Op 4 en 5 juni 1972 organiseerde een vriendengroep in Santpoort het eerste choppertreffen in Nederland. Na jarenlang hun eigen weg te zijn gegaan, hebben Fred, Mathieu, Peter, Geert en Niko elkaar weer gevonden; Ze haalden hun fotoboeken tevoorschijn en vertelden hun verhaal.
De film Easy Rider, die in 1969 uitkwam, had een grote invloed op een deel van motorrijdend Nederland. Veel motorrijders waren diep onder de indruk van de motorreis van Peter Fonda, Dennis Hopper en Jack Nicholson. Hun drang naar vrijheid en de avonturen die zij beleefden werden een voorbeeld voor motorrijders in heel Europa. Zo ook de motoren, met hun lange voorvorken en hoge uitlaten. Plotseling wilde iedereen Captain America zijn.
LANGHARIG TUIG
Mathieu kocht in 1969 een Triumph en zette er een hoog stuur op. Tijdens een rit over de Zeeweg naar Bloemendaal aan Zee en Zandvoort, kwam hij een paar jongens tegen die hun motor ook van zo’n stuur hadden voorzien. Dat schiep meteen een band. Zij raakten met elkaar in gesprek en zeiden: “Wij komen vaak in de Weyman in Santpoort, waarom kom je daar ook niet naar toe?” Dat leek Mathieu een goed plan en hij ging er op een vrijdagavond een biertje drinken. “Het was altijd het hele weekend kletsen over motoren, achter de meiden aan en bier drinken en daarna gewoon doorrijden. In het begin waren we met zijn vieren maar al heel snel kwamen er steeds meer jongens bij.” Zij kwamen elk weekend bij elkaar, weer of geen weer, ook omdat in de Weyman vaak goede bands speelden. Op zondagmiddag reden ze naar ’t Zeepaardje in Noordwijk en maakten er kleine ritjes in de buurt. In die jaren reden ze nog zonder helm; de helmplicht is ingevoerd op 1 juni 1972.
Alle jongens kwamen uit de regio; Santpoort, Velsen, IJmuiden, Driehuis en Bloemendaal. “We kwamen uit de nette buurten en hadden een goede opvoeding gehad maar we waren wel ‘langharig tuig’”, vult Geert aan.
Uiteraard wilde iedereen zijn motor veranderen en vooral de voorvork verlengen. Een paar jongens werkten bij Stork in Haarlem en zij konden poten draaien en oplengen en uitlaten lassen en buigen. Niemand had geld en ze hielpen elkaar. Dat zo’n hoge uitlaat ook nadelen had ondervond een vriendinnetje van Geert. “Ik had wel eens een meisje achterop. Zij had een tasje over haar schouder dat tegen de hoge uitlaat aankwam waardoor de bodem wegsmolt en al haar spulletjes op straat vielen. Zij riep: ‘mijn tasje, mijn tasje!’ Maar ik riep: ‘Mijn uitlaat! Wegwezen met je tasje!’” In Amerikaanse motorbladen zagen ze foto’s van Hells Angels. Geert heeft toen het logo van Hells Angels Santpoort ontworpen. Mathieu vertelde: “Mijn vriendin kon goed knippen en naaien en maakte de Hells Angels ruglogo’s, dat vonden we wel stoer. We hadden er verder niets mee te maken, het was alleen maar stoerdoenerij.”

FRAAI
Na verloop van tijd maakten de mannen langere ritten o.a. naar Texel en Leeuwarden en ook naar het buitenland, naar Duitsland, Frankrijk en zelfs Spanje. Op Texel waren ze een keer met 60 choppers uit heel Nederland. Dat liep helemaal uit de hand: tanken zonder te betalen, de skelterbaan op en met skelters op de openbare weg rijden en ’s avonds vechtpartijen met de vissers. De politie had niet voldoende personeel dus werd vanuit Den Helder een heel peloton gemeente- en rijkspolitie politie ingevoerd. Geert herinnert zich: ”Toen heb ik ook wel wat dingen uitgehaald waarvan ik later dacht: Ik moet niet gezien worden vooral omdat ik nog een keer moest voorkomen voor een ander akkefietje. Bij het verlaten van het eiland zouden de politie ons opwachten dus ik moest iets bedenken. Ik heb mijn baard afgeschoren en ben twee boten later vertrokken. Dat was een goede zet. Ik zag een groep motorrijders met politie er omheen, maar ik had er geen last van.” Een ander ‘fraai’ verhaal had betrekking op een rit naar Amersfoort. Na een treffen reden ze in een groep terug richting Santpoort. Er was ook iemand bij met een oude Amerikaanse auto die onderweg foto’s maakte van de groep. Ze gingen steeds langzamer rijden en sloegen met kettingen op het dak van de auto. Er ontstond een lange file want niemand durfde er voorbij te gaan. Het leek heel bedreigend, maar het was voor de mannen eigenlijk niet meer dan een kwajongensstreek.
ONDER DE EIFFELTOREN
Mathieu vertelt een smakelijk verhaal over een rit naar Frankrijk; ”We gingen met zijn vijven. We hadden geen tent, wel een slaapzak en een rol plastic van 4 meter. We rolden 2 meter plastic uit, legden daar de slaapzak op en we trokken twee meter plastic over ons heen, dan lagen we toch droog als het ging regenen. We hadden bedacht: we gaan midden onder de Eiffeltoren slapen. Dat hebben we ook gedaan, maar ’s morgens om vijf uur kwam de politie ons wekken. We kregen een paar schoppen voor ons donder en moesten wegwezen. Op de terugweg waren we in een kroeg in Valkenburg. Drie jongens waren al naar huis gegaan maar Gerrit en ik bleven over. We hadden de hele avond zitten hijsen. We hadden geen slaapplaats maar de kastelein zei: Ga hier maar liggen. We namen kussens van de banken en hebben daar de nacht doorgebracht en gratis bier getapt en Rolling Stones gedraaid. We zijn ’s morgens weggegaan, hebben de deur achter ons dicht getrokken en hebben die man nooit meer gezien.”
Speed King Chopper: Michael waagt zich aan zijn eerste project
CHOPPERTREFFEN
Geert vervolgt: “Doordat we steeds meer contacten kregen met jongens uit andere plaatsten, dachten we: misschien zijn er meer mensen die dezelfde hobby hebben als wij. Misschien kunnen wij iets organiseren. Met een man of vier zijn we aan de gang gegaan om een treffen te organiseren. Ik had als taak de marketing en heb kranten opgebeld en advertenties gezet in diverse motorbladen. Wij hoopten dat er 30 of 35 man zouden komen, maar de chopperrijders bleven maar komen en vroegen: ‘waar kunnen we slapen?’ Wisten wij veel! Wij hadden niets georganiseerd. We hebben de hele avond gefeest en de drie mooiste motoren, waaronder die van mij, mochten op het podium staan. Ze kwamen uit het hele land van Leeuwarden tot Breda. Er kwam ook een groepje uit Den Haag, dat was heel ander volk; ruw, grof, geen manier, geen respect. Die hadden al ‘Hells Angels Den Haag’ op hun rug. Een van die jongens hield een toespraak en zei: Wij zijn Hells Angels uit Den Haag. Als iedereen dit logo op zijn rug zet zijn we een grote groep Hells Angels. Zo is het begonnen.” In het najaar is nog een tweede bijeenkomst bij de Weyman gehouden, maar die was minder succesvol. Ook in het Vondelpark in Amsterdam is in die tijd een choppertreffen georganiseerd.
CANNIBALS
Geert: “We voelden ons niet thuis bij de Hagenezen. Na een jaar of twee ben ik eruit gestapt. Toen mocht je die colors niet meer dragen en die werden van je rug afgehaald als je dat niet zelf deed. Puur machtsvertoon! Toen hebben we de Cannibals Santpoort opgericht. Ik heb dat embleem ook ontworpen. Het waren maar 5 of 6 jongens die meededen, dus het bloedde snel dood. Er is in september 1973 nog wel een groot artikel in de Panorama over ons verschenen.” Halverwege de jaren ’70 ging ieder zijns weegs en raakten de Santpoorters elkaar kwijt. In 1981 is de Weyman afgebrand en daarna opgebouwd als een suf hotel, dus ze waren hun ontmoetingsplek kwijt.
REÜNIE
Op het Oldtimer Festival tijdens de Santpoortse Feestweek in 2014, kwam Geert een paar van zijn oude maten van vroeger tegen. Het klikte meteen weer en ze besloten een reünie te organiseren. Geert heeft veel oude vrienden opgespoord en de reünie werd bezocht door 130 man. Helaas is een aantal van die oude motorrijders kort na deze bijeenkomst overleden. Nu zijn ze met een groep van circa 15 man, die elkaar regelmatig zien en één keer per maand met elkaar gaan lunchen. De laatste opmerking van Geert: “Indertijd wilde je niet dat je dochter thuis kwam met iemand zoals wij. Maar de jongens uit onze groep zijn allemaal steunpilaren van de maatschappij geworden: docent, fysiotherapeut, schrijver, cartoonist, leidinggevende posities, eigen bedrijven en al 50 jaar met dezelfde vrouw!”
Met dank aan Fred, Mathieu, Peter, Geert en Niko voor hun mooie verhalen en het gebruik van hun foto’s.
Tekst & fotografie: Ad van Boheemen