Vanwege het 120-jarige bestaan introduceerde Harley-Davison dit jaar een paar speciale modellen, waaronder de Fast Johnnie Enthousiast Motorcycle Collection. De collectie bestaat uit een Street Glide, Road Glide en Low Rider ST. Een klant van Gert Jan Laseur kocht een Road Glide en parkeerde deze in de werkplaats van Gert Jan met het verzoek om het blok te upgraden van 117 naar 128 ci.
Met amper 300 km op de teller kwam de Road Glide naar mijn werkplaats. Uitgevoerd in een oude blauwe Muscle car kleur met witte striping, gouden wielen, veel zwart accenten en niet te vergeten: een Fast Johnnie varkentje op de tank! Eigenlijk is het gewoon een Road Glide ST met alleen met een andere paint set. Maar eerlijk is eerlijk, hij ziet er fantastisch uit!
Afgebroken boutje
Benieuwd naar de power en koppel, heb ik allereerst een basisrun gemaakt. De motor voelt best gezond aan op het gas en meet ook 117 ci, wat uiteraard niet bepaald klein is.
Na de run haal ik de motor uit elkaar. Nadat de koffers, de benzinetank en de treeplank rechts eraf is, gaat het complete uitlaatsysteem er af. De standaard voorbochten zijn aan het eind smaller gemaakt en dat willen we niet. Ook gaan we de dempers vervangen door verstelbare EU-gekeurde dempers van Jekill and Hyde. Op de weg lekker braaf en in het weekend op de dragbaan lekker brullen, toch?
De motorsteun voor kan los en daarna de olieleiding, die over de koppen loopt. Daarna kunnen de klepdeksels los, maar helaas zat er bij de voorste kop zoveel Loctite, dat er een boutje na een paar gangen afbrak. Dit gebeurde ook bij de achterste klepdeksel. Dit is op zich een makkelijke reparatie: als de kop eraf is, las je met veel warmte een moertje op het boutje. Dan draai je het afgebroken stukje er zo uit, want Loctite doet niets meer boven de 180 graden.
De injectie gaat er compleet af en daarna de koppen. Het tweede ‘dingetje’ was dat beide compressie-releases gewoon los zaten. Niet best, maar goed. Vastdraaien en door…
Fast Johnnie
De naam ‘Fast Johnnie’ komt uit de jaren ’10 van de vorige eeuw, toen Harley-Davidson de flat track banen domineerden met hun officiële fabrieksteam, bestaande uit Red Parkhurst, Otto Walker, Fred Ludlow en later Joe Petrali. Al snel werden ze het ‘Wrecking Crew’ genoemd en hun mascotte was een varkentje met de naam Fast Johnnie. Telkens als ze hadden gewonnen, namen ze Fast Johnnie mee op de benzinetank tijdens het ererondje. Het varken (hog) komen we later in de geschieden is ook tegen. Een Harley werd (en wordt) soms een Hog genoemd en is ook de afkorting van de in 1983 door de fabriek opgerichte Harley Owners Group.
Forged Pistons
Hierna kunnen beide cilinders en zuigers gedemonteerd worden. De oliepomp blijft er gewoon in, maar de nokkenas gaat er uit. In het Fast Johnnie model zit geen standaard nokkenas, maar een CVO nokkenas. Ik vervang gelijk het nokkenas-lager door een exemplaar zonder kooi. Ook haal ik de vier tappets er uit. De Star Racing 3/4 nokkenas gaat erin en de deksel kan er weer op. Daarna kunnen de S&S tappets erin, samen met de billet aluminium tappet cuffs, ook van S&S. Voor het mooie monteer ik zwarte stoterstanghulzen, in plaats van de standaard verchroomde.
Voordat de cilinders er op gaan, controleer ik ook even de zuigersproeiers. Helaas zaten deze ook niet al te vast en kon ze beide nog wat aandraaien… Nu de cilinders van S&S uitpakken. De boring is 4 1/4 “, en samen met de standaard 4 1/2” slag komen we op 128 ci. Hiermee heb je niet alleen meer inhoud, maar ook gaat de compressie omhoog van 10.2:1 naar 11.1:1.
Voor montage de cilinders goed schoonmaken en daarna de slotspeling van de zuigerveren controleren. Alles prima voor elkaar. Veren op de zuiger monteren en de zuiger kan in de cilinder. S&S levert mooie forged pistons. Het grootste verschil tussen gegoten en gesmede zuigers is hoe ze worden gemaakt. Gegoten zuigers worden gemaakt door gesmolten aluminium in een mal te gieten. Een gesmede (forged) zuiger begint als een stuk aluminium dat wordt verwarmd en vervolgens onder grote druk gevormd in een pers.
Throttle Body
De standaard cilinderkoppen worden een beetje aangepast. Omdat de klepveren de lift van de 3/4 cam niet aan kunnen, monteer ik andere set van Star Racing. De veren zijn van P.S.I. met titanium retainers. Ook vervang ik de tuimelaarbouten door A.R.P. tapeinden. Nu kunnen de koppen er weer op. De standaard Harley kopbouten kun je maar één keer gebruiken, dus kies ik voor een set van S&S, die je wél kunt hergebruiken.
De Throttle Body vervang ik door een Screamin’ Eagle van 64 mm met een CNC polished spruitstuk. De injectoren vervang ik door veel grotere van 8,5. Alles weer monteren en klaar. Nu gaan de klepdeksels er op en kunnen de S&S verstelbare stoterstangen er in en afgesteld worden.
De Dyno grafiek laat een fijne, sterke motor zien. Veel koppel vanaf lage toeren en nog een extra pull bij de 3000-4000 toeren. Ook loopt de motor goed door in toeren.
Gebruikte onderdelen op de volgende pagina
