Moto Guzzi roadtrip van vader en zoon naar Mandello del Lario

Gepubliceerd:

Frank van Ooijen en zijn zoon Milan ondernemen samen een roadtrip met een Moto Guzzi 850 California uit 1972. De reis is uiteraard zelf de bestemming, zoals bij iedere goede motortrip. Maar er is in dit geval nog een extra mooi element in het verhaal. De Guzzi wordt namelijk teruggereden naar de fameuze fabriek aan het Comomeer, waar de motor ruim 50 jaar eerder van de band rolde!

De tocht voert vader en zoon door de Ardennen, over de Vogezen, langs de Oberalpstrasse en over de Gotthardpas in Zwitserland en langs het wonderschone Comomeer naar Guzzi ‘town’ Mandello del Lario. Frank vertelt:

JEUGDLIEFDE

Je koopt een 50 jaar oude Moto Guzzi 850 California, een nooit vergeten jeugdliefde. Met de hulp van Peter, dè expert in veteranen Guzzi’s in Vlijmen, wordt alles grondig geïnspecteerd en worden diverse technische mankementen verholpen. Al snel loopt het V-twin motorblok weer als een zonnetje. Het vertrouwen in de oldtimer groeit met iedere kilometer door Brabant en Zeeland, maar je wil meer. Een uitdagende testcase voor de Guzzi met een mooie bestemming ergens in Europa. Hoe mooi zou het zijn om deze jeugdliefde op twee wielen vanuit Breda terug te rijden naar de fabriek waar een halve eeuw geleden de motor opgebouwd werd? Terug naar Mandello del Lario aan het Como-meer. Een schilderachtig oord in Noord-Italië, in werkelijkheid nog mooier dan de poëtische naam al doet vermoeden. Een reis zoveel mogelijk binnendoor over provinciale wegen, want je wilt zo’n oude dame niet over haar toeren jagen met snelheden boven de 115 km/u.

SAXY DINANT

Zo ontstaat het idee voor een roadtrip met mijn oudste zoon Milan vanuit Amsterdam naar Mandello. Op een druilerige maandagochtend vertrekken we richting België. Milan in zijn 30 jaar oude Volvo 940, want hij heeft helaas geen motorrijbewijs. De ring bij Antwerpen is zoals gebruikelijk heel druk. De Guzzi schudt en stampt lekker terwijl ik tussen de file door manoeuvreer. Dat gaat prima tot het stuk waar asfalt vervangen blijkt door beton met lengtegroeven (‘rainurage’) voor de waterafvoer. Ik vloek, want de groeven krijgen grip op de banden en de motor begint irritant te zwabberen. Dan maar flink wat snelheid terug nemen. Welke wegenbouwkundige verzint zoiets? Brussel nadert, nog drukker. Je hebt hier zelfs ogen achterin je helm nodig. Na een slaapverwekkend stuk asfalt eindelijk de afslag Namen Centre. We rijden langs de hooggelegen citadel met zijn vestingwerken en volgen de Maas richting Dinant, schilderachtig gelegen met die kleurige huizen aan het water tegen de achtergrond van een hoge rots. Tijd om op te warmen bij een koffie en lunch. Als we het stadje wat later uitrijden, zien we het standbeeld van een zittende Adolphe Sax, de uitvinder van de saxofoon die in Dinant geboren is. Dan valt ons op dat nog veel meer artistieke verwijzingen naar dit muziekinstrument het straatbeeld sieren. De omgeving van ‘Saxy’ Dinant kent ook nog een paar prachtige kastelen die we niet willen missen: Chateau De Walzin op een steile rots langs de rivier de Lesse, Chateau de Freyr met zijn Versailles-achtige tuinen en het Middeleeuwse kasteel Vêves met zijn vier puntige torens. We vervolgen de landschappelijke route door de Ardennen naar Luxemburg. Overnachten doen we in het moderne Brauhotel in Kaerjeng, dat naast een brouwerij ligt met daarin een bierproeverij en een prima restaurant. Precies wat een ‘motard’ nodig heeft na een dag in het zadel. We laten ons het ambachtelijke bier goed smaken en proosten op een mooie eerste dag en op de Guzzi die zich als betrouwbaar raspaard prima bewezen heeft.

Edo’s motoravontuur in Australië: een roadtrip langs de Great Ocean Road

GELUKSMOMENTJE

De volgende dag vroeg uit de veren, want we hebben een dikke 500 km voor de boeg. De route naar Metz en Nancy is niet erg spannend, maar in de buurt van Sainte Marie-aux-Mines in de Vogezen draaien we de Route des Crêtes op. Dit is 90 km puur motorplezier in de richting van eindpunt Cernay, met veel bochtenwerk, diverse cols tot een hoogte van 1.350 meter en mooie vergezichten. Deze strategisch gelegen weg is in 1914 door het Franse leger aangelegd om alle bergtoppen met elkaar te verbinden voor een snelle bevoorrading van de troepen. We lunchen in een restaurant op de Col de la Schlucht op 1.139 meter hoogte. We rijden door in laaghangende en uitregenende wolken. Opletten geblazen dus in de bochten. Vervolgens rijden we weer omlaag richting Mulhouse, steken ten zuiden ervan de Rijn over en al snel zitten we in Basel. Het weer klaart op, het regenpak kan uit. De A2 brengt ons in vlot tempo naar Luzern en het diepgroene Vierwoudenstedenmeer. Hier in Zwitserland ligt de verkeerssnelheid een stuk lager met al die tunnels en er zijn werkelijk overal borden, camera’s en controles. Ik voel me hier wel een stuk veiliger op vierbaans asfalt met mijn ‘begrensde’ oldtimer. We naderen Andermatt, het wordt al laat. We boeken met de smartphone twee kamers in een chalet in het wintersportplaatsje Sedrun. De weg erheen voert ons weer de hoogte in via diverse  haarspeldbochten. We genieten van de Oberalppas in de avondzon. Wat een mooie rit. Met een code komen we het chalet in en we vinden even later gelukkig een supermarkt die nog open is en eten een broodmaaltijd op het balkon met kazen, ham en worst. De zon verdwijnt met een rode gloed achter de bergtoppen, die nu door wolkenflarden worden omgegeven. Weer zo’n geluksmomentje tijdens deze roadtrip. Het wordt ondertussen wel frisjes… De temperatuur daalt hier ’s nachts op 1.450 meter hoogte naar 4 graden.

PIZZA’S

Prima nachtrust, frisse ochtendstart. Dezelfde weg terug, nu ineens met veel andere motorrijders. BMW GS’en domineren in aantal. We stoppen bij het Toma meer op 2.350 meter, waar we op een bord  lezen dat dit de bron van de Rijn is. Al snel naderen we het hoogste punt van de Gotthard-pas en na enkele panoramische fotomomenten sturen we de haarspeldbochten naar beneden door om in het plaatsje Airola aan te komen. Nu nog een stuk asfalt naar Bellinzona, vervolgens de Italiaanse grens en dan daarachter al het meteen het Como-meer. ‘Guusje’ spint tevreden alsof ze diep de Italiaanse laars in wil rijden. In de middag komen we aan in het plaatsje Lecco waar we een appartement hebben gehuurd met een garage. De eigenaar rijdt ook Moto Guzzi, zo blijkt in de garage en hij is diep onder de indruk dat we helemaal vanuit Nederland met deze oude California naar Como zijn gereden. We verkennen Lecco en vieren met authentieke pizza’s het feit dat we zonder technische problemen Como hebben bereikt.

GUZZI ADELAAR

De volgende dag is voor het bezoek aan de Moto Guzzi fabriek gereserveerd waar we samen met een paar duizend andere Guzzi rijders worden verwacht voor het Open House. Snelle Guzzi’s flitsen om ons heen en de duim gaat regelmatig vol waardering omhoog op de aanblik van de California, die nu gesierd is met een wapperende Nederlandse vlag. In Mandello del Lario staat alles in het teken van Moto Guzzi en menig winkelvitrine is opgesierd met een oud model Guzzi. Voor de ingang van de fabriek uit 1921, met de iconische rode poort met Guzzi adelaar logo, staan motorstands, eettentjes en  honderden motoren geparkeerd. Het is een gezellige boel. Vol bewondering gaan we door het inmiddels opgeknapte museum waar we de allereerste motorfiets van Carlo Guzzi zien; Model Guzzi-Parodi uit 1919. Gebouwd in een lokale smederij met geld van de rijke Parodi redersfamilie uit Genua. In datzelfde  jaar overlijdt Carlo Guzzi’s andere zakenpartner Ravelli bij een vliegtuigongeluk. Vanaf 1921 zal uit eerbetoon voor deze piloot, de adelaar ‘wing’ van de Italiaanse luchtmacht definitief het Moto Guzzi merk sieren. Respectvol staan we stil bij de 350 cc racer met groene druppel-stroomlijnkuip die in de jaren ’50 enkele GP’s heeft gewonnen en wereldsnelheidsrecords heeft gevestigd. Wat ook opvalt, is het prachtige design en strakke lijnenspel van de veelal vuurrode Guzzi klassiekers. Italianen blonken toen ook al uit in industrieel design. Na een hapje en een drankje en een toevallige ontmoeting met enkele leden van de Moto Guzzi Club uit Nederland, maken we bij een waterig zonnetje een mooie tocht langs het Comomeer.

APPLAUS

Een terugreis via de Stelvio pas met zijn befaamde 48 haarspeldbochten blijkt helaas niet mogelijk. De pas is dicht in verband met fikse sneeuwval, net als de Gotthardpas. Dat is opmerkelijk zo vroeg in de herfst. Dan maar terug naar huis door de Gotthardtunnel. Het is behoorlijk koud en de Alpenweides en berghellingen rond de ingang van de tunnel zijn al wit van de sneeuw. Na een dag van 600 km in het zadel langs ongeveer dezelfde route terug, slapen we in Luneville ten zuiden van Nancy. Het hotel in de categorie ‘vergane glorie’, staat naast een imposant kasteel dat sinds de 13e eeuw eigendom was van de hertogen van Lotharingen. Ondanks de dreigende lucht houden we het die nacht en de dag daarna droog. We overbruggen de laatste 500 km naar huis met groot gemak. ‘Piece of cake’. Vader en zoon kijken terug op een bijzonder geslaagde en gezellige roadtrip van 2.300 km. Ons applaus ook voor de Moto Guzzi 850 California uit 1972 die probleemloos de weg naar haar geboortegrond èn weer terug naar Amsterdam onder de wielen door liet rollen.

Tekst & foto’s: Frank van Ooijen

Gerelateerde artikelen

Recente artikelen