De Blue Ridge Parkway is de droom van veel Amerikaanse motorrijders. Het asfalt wendt, keert, klimt en daalt door de Appalachen, een langgerekte bergketen met enkele toppen boven de 2.000 meter hoogte. Om er nog een dikke schep USA bovenop te gooien, rijden we de 750 kilometer met een Harley-Davidson Road Glide Touring Edition.
Avond in Staunton. Ik heb mijn motor enkele uren geleden opgehaald in Washington D.C. en een slaapplek gevonden in Berkeley House B&B, een prachtig houten landhuis van eind 19de eeuw. ‘Je kunt de motor achterom rijden en op eigen terrein zetten’, zegt eigenaar Jeff. ‘Maar voor de deur op straat is ook prima, daar gebeurt niets mee. Maak je geen zorgen.’
MAARTEN’S SOLO ROADTRIP DOOR WESTELIJK USA
Terwijl de Harley voor het huis staat, wandel ik naar downtown Staunton. Het is een typisch Amerikaans stadje met antiekwinkels, muziekzaakjes en een ouderwetse bioscoop. Mijn zoektocht naar een stevige maaltijd eindigt in een restaurant dat het toneel is van een levendige pubquiz. Vanuit een zijstraat schalt door een open raam Creedence Clearwater Revival: ‘Bad moon rising.’ Het was nog lang onrustig in Staunton…
Na een stevig southern breakfast – genoeg om de komende 72 uur op door te komen – tank ik de Harley af en rijd ik naar het beginpunt van de Blue Ridge Parkway. Op de eerste kilometers zet de weg meteen de toon voor de komende dagen: bochten, uitkijkpunten en weinig verkeer. Dat is tijdens de piek van de herfst overigens wel anders, want dan komt half Amerika naar het kleurenspektakel kijken.
Nu rijd ik in alle rust over de flanken van Elk Mountain, Humpback Mountain en Devils Knob. Het duurt niet lang of Amerika laat zijn spierballen zien. Alles is formaat XXXL. De auto’s, motoren, vergezichten, landschappen, pieken en dalen. Ik zet de radio aan, tik de schakelbak in z’n vier en de cruise control op 45 mph, iets meer dan 70 kilometer per uur. Vervolgens laat ik de 1868cc-dikke Road Glide doen waar hij het beste in is, soepel over het asfalt glijden. Alsof alles vanzelf gaat. De bochten werken daar vriendelijk aan mee. Tot er een traject komt met Sudden Curves en Spiral Curves. Deze zijn een stuk pittiger, maar in de derde versnelling moeiteloos te nemen.
Rake klappen
Borden en vlaggen op de weg. Detour. Een deel van de route is afgesloten voor onderhoud en ik moet nu via de stad Roanoke. Dat geeft in elk geval de mogelijkheid om even bij een icoon langs te rijden: The Coffee Pot, een wegrestaurant dat is opgenomen in het nationaal register van historische plaatsen. Leuk, maar ik ben blij als de US220 me snel terugbrengt naar de rust en ruimte van de Blue Ridge Parkway zelf.
Het ritme oppakken. Heerlijk slingeren door het groen en af en toe stoppen bij een van de uitkijkpunten. Op veel plekken is te zien hoe de route aan zijn naam komt. Richting de horizon kleuren de bergen inderdaad blauw. Vooral vroeg in de ochtend en laat in de middag is dat prachtig te zien.
De Harley begint me ondertussen steeds beter te bevallen. Aanvankelijk voelde hij nog wat log en loom op zo’n bochtige weg, maar ik kom erachter dat ik met een allroad of sportieve toerfiets voortdurend met de handrem erop had moeten rijden om niet boven de maximum snelheid uit te komen. De Road Glide vraagt om een andere state of mind, relaxed rijden, genieten en voelen hoe die twee dikke cilinders rake klappen uitdelen zodra er na een bocht een beetje gas bij kan.
De Parkway helpt bij dat ontspannen gevoel. Het was de bedoeling van de architecten van de weg dat hij zo soepel mogelijk door de natuur zou lopen, zich plooiend naar de vormen van de bergen en valleien. Terwijl we in Europa voortdurend klimmen en dalen, gaat dat hier heel geleidelijk. Meestal volgt het wegdek de plateaus en ronde toppen. Het golft als vriendelijk heuvelland terwijl de pieken toch tot boven de 2.000 meter hoog gaan.
De weg is in 1935 doelbewust als toeristenroute aangelegd. Het was onderdeel van een groot werkgelegenheidsproject tijdens de Great Depression van de jaren dertig. De bouwers moesten een verplicht aantal werklozen uit de omliggende dorpen en steden aannemen. Daarnaast zou de weg helpen bij het restaureren en behouden van fraai landschap, dat aan erosie ten onder dreigde te gaan.
Pas op voor de beer
Ik maak een kleine omweg naar het dorpje Floyd. Dit is countryside Amerika met een handvol winkels, oude houten panden, een bakstenen pakhuis en alleen slappe koffie bij het leukste adres in town: de Floyd Country Store, een soort winkel, annex trefpunt, koffieshop, diner, muziekschool en café met liveoptredens.
Het laatste stuk van vandaag brengt me via de Mabry Mill, een oude watermolen, naar de B&B van Dave en Darlene. De gps wijst naar een gravelweg die recht omlaag bergaf gaat… Ik ververs de gps, check Google Maps, maar dit zou toch echt de juiste route moeten zijn. Dus stuur ik de meer dan 400 kilogram met voet en hand op de rem omlaag. Als ik maar niet hoef om te draaien, als ik maar niet hoef om te draaien, als ik maar niet…
‘Dat doet de gps nou altijd’, lacht Darlene met een vet zuidelijk accent als ik de B&B schadevrij heb gevonden. ‘De asfaltweg komt van de andere kant.’
Het is de route die ik ’s avonds neem om in het verderop gelegen Mount Airy wat te eten. ‘Als je terugkomt wel uitkijken voor de beer’, zegt Darlene.
Voor de wat?
‘De beer. Er komt ’s nachts wel eens een beer.’
Oké. Zwarte beren zijn sneller dan de mens, uitstekende klimmers én zwemmers. Dat is niet bepaald geruststellend. Advies: op afstand blijven. Dat is meestal genoeg. En als een beer jouw kant op komt, loop je langzaam achteruit zodat de afstand gelijk blijft of groter wordt. Dat laatste is wat de beer graag wil. Hard weglopen betekent een uitnodiging voor een kansloze achtervolging. Gelukkig, er komt die avond geen beer-alarm.
De volgende ochtend staat een andere gast buiten naar de Harley-Davidson te kijken. Het is Pete uit Alabama. Hij is een shriner, een soort vrijmetselaar, en vertelt dat dit wat mystieke genootschap behalve ziekenhuizen, ook een eigen motorclub heeft. We praten wat, we lachen wat. ‘Op reis vragen mensen vaak naar mijn zuidelijke accent’, zegt Pete. ‘Maar ik heb helemaal geen accent, waar ik vandaan komt praat iedereen zo, ha, ha!’
EDO’S MOTORAVONTUUR IN AUSTRALIË: EEN ROADTRIP LANGS DE GREAT OCEAN ROAD
Adelaars
Het wordt weer een heerlijke dag in het zadel. Vanuit de B&B pak ik de Blue Ridge Parkway op om verder af te zakken naar het zuiden. Ik heb de staat Virginia ondertussen verruild voor North Carolina. Ik zoek naar het beproefde recept: radio aan, versnelling in vier, de cruise control op 70 kilometer per uur en de Harley laten glijden.
Ik passeer de Northwest Trading Post (geen pistolen toegestaan…), afslagen naar campings en wandelroutes, het kunststadje Blowing Rock en het spectaculaire traject over de hellingen van Grandfather Mountain. Voor twintig dollar kun je er een route omhoog rijden voor het beste uitzicht op de berg, maar ik heb meer dan genoeg aan de Parkway zelf.
De bergen worden scherper, het landschap ruiger. Ik zet de cruise control uit en ga spelen met gas en koppel. Het bochtenwerk vraagt meer inspanning dan voorheen. Met als gevolg dat de voetplanken wat vaker het asfalt raken. Wie zei er dat je met een zware Harley-Davidson niet lekker kan sturen?
Rondom de watervallen van Linville zijn huisjes gebouwd, enkele restaurants en een general store voor zo’n beetje alles dat je nodig hebt. Van pannen en dobbers tot rubberen handschoenen en lekkere sandwiches. Een stukje verderop parkeer ik de motor bij een zogenaamde lookout om het uitzicht goed in me op te nemen. De bergen gaan tot aan de horizon en verder. In dat decor is niets storends te zien. Het is allemaal natuur. Hoog in de lucht cirkelen enkele adelaars.
Terug in het zadel rijd ik in één keer door naar mijn slaapadres in Arden. De dikke wolken die de hele dag op afstand bleven, komen nu snel dichterbij. Terwijl rechts Mount Mitchell lonkt – met 2.037 meter de hoogste berg oostelijk van de Mississippi – vallen er dikke druppels. Ik eet een hamburger bij de Corner Grill – Hi sweetie, you want a refill? – en finish bij de Bent Creek Lodge.
Amerikaanse motoren
Met de motor op het parkeerterrein en de bagage op mijn kamer, ga ik voldaan op de overdekte veranda zitten. De regen tikt steeds harder op het dak terwijl ik een ambachtelijk biertje van de streek drink en door mijn reisplan blader. Morgen heb ik nog ruim 100 kilometer te gaan met als sluitstuk het Wheels Through Time Motorcycle Museum met één van de beste collecties van oude Amerikaanse motoren. Grondlegger Dale Walksler was een bekende naam in de wereld van motorrestauratie en had een populair videokanaal.
Met de ochtendmist tussen de bomen en de grond dampend van het vocht dat gisteren is gevallen, rijd ik de Harley-Davidson Road Glide de Blue Ridge Parkway op. De twee cilinders stampen, de radio staat aan, de cruise control op 70 kilometer per uur. De finale is begonnen.