Superlatieven schieten tekort wanneer Otto Nijs het lijstje met bijna onwerkelijke specificaties van zijn motor oplepelt. Een 5800 cc metend V8 motorblok met dubbele turbo, lachgas- en water-methanol injectie met een geschat vermogen van ruim 700 pk! Alles is zo’n beetje zelf gemaakt, inclusief het frame. En met digitale elektronische technieken, die het verstand al gauw te boven gaan
Ruim 20 jaar is Otto met dit project bezig geweest. Stel je maar eens voor: alles zelf ontwerpen, verzinnen, maken en uitproberen. Er achter komen dat iets na de euforie van de oplossing niet blijkt te werken en soms zelfs verwoestend destructief blijkt. Diepe ellende voelen na weer een mislukking en dan toch weer volhardend doorgaan tot het wèl werkt. Een levenswerk zonder einde.
GEWOON EEN KENTEKEN
Theatraal gaat het doek van de motor af. Als Bigtwin-reporter ben ik de eerste die de motor, na twintig jaar bouwen, officieel live mag aanschouwen. Een hele eer. En dan word je stil. En heel klein. Want ik sta oog in oog met een zelfbouwproject op het allerhoogste niveau. Een absoluut unieke creatie, die een kruising tussen een dragbike en een straatfiets lijkt te zijn. Had ik al gezegd dat deze motor ‘gewoon’ bij de RDW gekeurd is en ‘gewoon’ een kenteken heeft en dus op de openbare weg mag rijden? Het verhaal achter deze machine op enkele pagina’s samenvatten is onmogelijk. Zelfs de website waarop de bouw gevolgd kon en kan worden, schiet jammerlijk tekort.
De 57-jarige Otto Nijs is docent aan de Kunstacademie ArtEZ Arnhem en rijdt motor sinds 1989. Naast de vele motoren voor dagelijks gebruik, valt vooral zijn zelfbouw ‘Less is More’ Honda CBX Inox in het rijtje op. Nadat de CBX klaar was werd het tijd voor het project ‘More is More’.
Otto vertelt: “De bouw startte in 2002 en vele mensen en bedrijven hebben me geholpen: aanvankelijk Klaus Sarembe, vervolgens sloot Niels Saarloos aan en de laatste jaren vooral Peter Scheepers. De complete bouw van de motor duurde van 2002 tot eind 2022 en kende vele technische en emotionele ups en downs.”
EXTREEM COMPROMISLOOS
Otto: “Mijn eerste zelfbouw bouwde ik dus volgens het bekende principe ‘Less is More’: een dikke zescilinder in lijn en verder alles weglaten wat niet strikt noodzakelijk is. Deze V8 bouwde ik echter volgens het principe ‘More is More’, dus kijken hoe ver je kunt gaan qua power. Daarnaast wilde ik een sportieve, sobere lijn, waarbij de motor een dragrace uitstraling moest hebben, met zo min mogelijk verstorende zaken, zoals enorme radiatoren, gigantische dynamo voor het blok of zo’n idioot grote benzinetank voor je neus.” Otto heeft alles ‘in huis’ om zo’n project te beginnen. Hij is gezegend met een enorme dosis technisch vakmanschap en ook de digitale wereld is hem wel toevertrouwd. Ook kennis van motorfietstechniek, materiaalkennis en het bedienen machines is essentieel. Maar de belangrijkste eigenschap is misschien nog wel: doorzettingsvermogen.
VRIENDEN
Als eerste kocht Otto een Chevrolet V8 blok, een dikke carburateur en nog wat meer onderdelen. Echter, bij de eerste mock-up op wielen bleken de carburateurs met luchtfilter veel te hoog te worden, dus besloot Otto ‘om dan zelf maar een injectiesysteem te bouwen’. Met behulp van geavanceerde computerprogramma’s werden in de eerstvolgende jaren tekeningen in 2- en 3D gemaakt, waarna de onderdelen werden gefabriceerd. Vrienden sprongen waar nodig bij. Otto heeft wat samenwerken betreft een mooie uitspraak; ‘Motorbouwen is 80% overleggen en 20% daadwerkelijk uitvoeren.’ Het standaard Chevrolet two-bolt blok bleek al gauw vrijwel zeker niet tegen het extra pk-geweld van Otto’s tuning opgewassen te zijn. Een nieuw, sterker four-bolt high-performance blok werd gebouwd, waarbij alles, maar dan ook alles werd zelf ontworpen en gemaakt. Voor bepaalde onderdelen moest Otto zelf de benodigde gereedschappen en machines maken.
LEVENSWERK
“Er ging veel mis”, vertelt Otto. “Vaak stond ik met samengeknepen billen naast de testbank. ‘Als ‘t maar heel blijft’ dacht ik dan. Een blok aan diggelen, vonkenregens uit de koppeling, van alles hebben we meegemaakt. Weken bezig zijn met iets, om erachter te komen dat er dan weer iets anders kapot is.” Laconiek vervolgt hij; “Het hoort bij de ontwikkeling. Vaak zag ik het ook als een goed excuus om weer iets te kunnen maken en mezelf te verbeteren.” Zoals gezegd werd alles in de computer ontworpen. “Neem iets simpels als de ontluchtingsnippel van de achterrem. Ik moest deze inkorten, zodat deze net genoeg ruimte in de velg heeft”, wijst Otto. “Van de benzinetank maakte ik eerst in de computer een 3D model en van daaruit van piepschuim een ‘echt’ model, anders krijg ik geen ‘feel’ met hoe dat ding er uit gaat zien.”
FREAKWERK
“Maar goed”, vervolgt Otto. “In die benzinetank moesten dus twee brandstofpompen inkomen, zonder zichtbaar te zijn. Telkenmale bleek hitte mijn allergrootste vijand, maar ik wilde niet zo’n enorme radiateur in het zicht hebben. Samen met een specialist zijn we tot een mooi compact compromis gekomen. Bovenin de tank liggen twee grote flessen, oorspronkelijk bedoeld voor NOS lachgas. Toen bleek dat de lucht die vanuit de turbo het inlaatspruitstuk ingaat, ook nog te heet was, hebben we een van die flessen op druk gezet met lucht en de achterbrug gevuld met een 50/50 % mengsel van water/methanol. Dit wordt dan onder druk verneveld in het inlaatspruitstuk. Hierdoor had ik geen lelijke pomp nodig en ook geen reservoir en bleef het design in takt. Het geheel wordt weer beveiligd met een volumesensor die zorgt dat er een waarschuwing te zien is als er niet genoeg mengsel meer in de achterbrug zit.” Wijzend naar de achterbrug; “Ik moest die ook verstevigen, vandaar die rondgebogen buis in de achterkant van de brug. Nu is het een soort driehoeksverbinding, dus beresterk. Zo past het design van de achterbrug ook optisch mooi in het geheel. Het beugeltje, waar het achterspatbord mee op de achterbrug is bevestigd, ontwierp ik ook eerst in de computer, net als de rand net boven de remschijf. Ik kan daar uren zoet mee zijn en doe dat het liefst als ik helemaal alleen ben. ‘Freakwerk’, ik kan mijzelf in zoiets helemaal verliezen, daar geniet ik van.”
DETAILS
Aan de voorkant zien we, naast de twee meer dan sexy turbo’s, twee kleine dynamo’s. Want er is voor de vele digitale systemen en zaken als de waterpomp etc. toch best veel stroom nodig voor zo’n dik blok. “Een grote dynamo, zoals bij de standaard V8 motoren voorop of naast het blok, vind ik afschuwelijk staan. Ik heb net zolang gepuzzeld tot ik met twee kleine hetzelfde resultaat boekte, maar met een veel mooiere en vooral symmetrische plaatsing.” Voor elk onderdeel werd minutieus een oplossing gezocht, die zowel technisch als optisch perfect is. Een motor die bijna helemaal symmetrisch is, met de linkerkant in mat (de brute kant) en de rechterkant in glanzend zwart (de gemoedelijke kant). Zelfs het minimalistische zadel is zo gemaakt, met in het midden om en om raceblokjes. Die zitten ook, nauwelijks zichtbaar, op de velgen. Hoe langer je kijkt, hoe meer details je ziet.
MAD MAX
En daar staat ie dan, klaar om te rijden, met een geldig Nederlands kenteken. “Bij de RDW bleek bij de eerste keuring in Lelystad dat nog niet alles helemaal goed was, de richtingaanwijzers hadden geen CE-keuring en het geluid hè… Ik had gedacht dat de turbo’s het aardig zouden dempen, maar toen de keurmeester voluit door de kombaan ging dacht ik al, ‘dit wordt ‘m niet’. De tweede keuring bleek alles dik voor elkaar en kan je dus ook op een extreme bike een kenteken krijgen!”
We hebben een mooie fotolocatie op een scheepswerf. De rit erheen is iets speciaals. Otto’s zithouding op de ‘More is More’ is die van een dragrace coureur. Het enorme blok met een koppel waar een mammoettanker jaloers op kan zijn, behoeft geen versnellingen. De speciale centrifugaalkoppeling zorgt via een haakse overbrenging voor een sterke verbinding via de ketting naar het achterwiel. Als Otto wegrijdt lijkt het net een accelererende Topfuel dragster in een Mad Max scene. En als het gas nog wat verder open gaat, hoor ik een magnifieke, unieke sound en het hoogtoerige fluiten van de turbo’s. Kippenvel, huizenhoog. Wat een geweld! Wat een power! Maar vooral…. Wat een fenomenaal levenswerk!
Dank aan scheepswerf van Millingen aan de Rijn
TECHNISCHE GEGEVENS – MORE IS MORE | |
---|---|
ALGEMEEN | |
Eigenaar en bouwer: | Otto Nijs |
Merk: | Eigenbouw |
Model: | More = More |
Bouwtijd: | 20 jaar |
MOTORBLOK | |
Bouwer: | Jacco Griekspoor |
Merk: | Chevrolet |
Bouwjaar: | omstreeks 1980 |
Cilinderinhoud: | 5,8 liter |
Type: | V8, fourbolt Performance, cast iron |
Carburatie: | one-off, Edelbrock |
Turbo: | 2 x Garrett |
Luchtfilter: | 2 x K&N #RC-9350 |
Luchtfilterhuis: | custom made |
Inlaatluchtkoeling: | custom made injectiesysteem |
Ontsteking: | 2 x Bosch Double Fire Coil |
Koeler: | custom made |
Uitlaatsysteem: | custom made |
Versnellingsbak: | geen, want gemodificeerde centrifugaalkoppeling |
Motormanagement: | MS3Pro |
Relaybox: | custom made |
Stuurschakelunits: | custom made |
RIJWIELGEDEELTE | |
Frame: | 60×3 mm staalbuis |
Voorvork: | GSX-R 1000, gemodificeerd |
Balhoofdplaten: | custom made |
Achterbrug: | 60 x 3 mm staalbuis |
Schokdempers: | custom made, SO Products |
Voorwiel: | custom made, Avon Cobra Chrome band AV91 130/70-B18 |
Achterwiel: | custom made, Avon Cobra Chrome band AV92 300/35-VR18 |
Rem voor: | 2 x Nissin 6-zuiger klauw met Brembo pomp |
Rem achter: | 2 x Nissin 6-zuiger remklauw met Nissin rempomp |
DIVERSEN | |
Voorspatbord: | Zodiac, modified |
Achterspatbord: | Zodiac Bellwether, modified |
Spatbordsteunen: | custom made |
Benzinetank: | custom made, aluminium |
Claxons: | Hella Twin Supertone Horn, 118 dB |
Dashboard/Tellers: | Motogadget Chronoclassic |
Stuur: | custom made, RVS |
Schakelaarhuizen: | custom made, aluminium |
Achterlicht: | custom made |
Zadel: | Miller Kustom Upholstery |
Voetsteunen: | custom made, RVS |
Rem- schakelpedaal: | one-off, RVS |
SPUITWERK | |
Kleur: | RAL 9005 mat en RAL 9005 glans |
Spuiter: | Kustombart |
Idee: | Otto Nijs |
Design: | Otto Nijs |
DANK AAN | |
Frederiek, Scheepers Motorsport, Niels Saarloos, Klaus Sarembe (†), Jacco Griekspoor, Kustombart, Willy Naves, Josef Siebers, Hans Eickeler, Hartgers Radiateuren, Joe Hillers, Jurriën van de Geer, Michel Verrips, Fa. Holl, Eddie Duine, Jan van Atteveld, Ivo Doornenbal, Benno Krabbenborg, Robert Begeman, Roelf de Haan, Fa. Gacon, Leo Baars, Koen Roemaat, Micky! en Frans. Meer info: moreismore.bike |